Voor de juiste fiscale waardering gelden de regels van ‘goed koopmansgebruik’ en een ‘bestendig gedragslijn’.
De vragen die opkomen bij dit onderwerp zijn:
- Wanneer is er sprake van voorraad?
- Welke methoden zijn er voor de waardering van voorraad?
- Kan een verlies worden genomen voordat voorraad is verkocht.
- Kunnen inflatiewinsten op voorraad buiten het fiscale resultaat worden gehouden?
Voorraad
Onze wet bevat geen definitie van het begrip voorraad. Volgens de jurisprudentie van de hoogste rechter in Nederland, vanwaar ons fiscale wet komt, moet onder
voorraad worden verstaan: ‘het geheel van zaken, die ter bewerking, verwerking of verkoop en daarmee als bestemd voor de omzet van het bedrijf aanwezig zijn’.
Het gaat dan om grondstoffen, hulpstoffen en halffabrikaten die bestemd zijn om te worden verkocht of om te worden verwerkt in eindproducten en om eindproducten die bestemd zijn voor de verkoop.
Winst- en winstneming bij voorraad.
Winst wordt berekend volgens goed koopmansgebruik met in achtneming van een bestendige gedragslijn. Hierbij zijn van belang het realiteitsbeginsel en het voorzichtigheidbeginsel.
De winst op voorraad hoeft dus volgens de regels van goed koopmansgebruik pas te worden genomen op het moment van realisatie; het moment van verkoop dus.
Wat nu als voorraad is ingekocht en de marktprijzen nadien zijn gestegen boven de fiscale boekwaarde? In dit geval hoeft dus geen winst te worden genomen zolang de voorraad niet is verkocht.
Een verlies op voorraad mag in tegensteling tot het voorgaande wel worden genomen zodra die voorzienbaar is, ook als die nog niet is verkocht.
Het tijdstip van winst- en verliesneming is overigens afhankelijk van gehanteerde waarderingsmethode.
Nominalistische voorraadwaardering
Er zijn verschillende methoden om voorraad te waarderen. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen nominalistische en substantialistische voorraadwaardering.
Bij een nominalistische voorraadwaardering wordt winst in aanmerking genomen voor zover de verkoopopbrengst van de verkochte goederen de kostprijs van deze goederen overschrijdt. Daarbij wordt de voorraad gewaardeerd tegen relatief recente inkoopprijzen. Het gevolg daarvan is dat een eventuele inflatiewinst via het fiscale resultaat loopt.
Nominalistische waarderingsmethoden zijn:
- Waardering op kostprijs.
- Waardering op kostprijs of lagere inkoop)marktwaarde.
- Waardering volgens het fifo-stelsel (first-in-first-out). Deze methode is vooral interessant bij dalende(inkoop)marktprijzen, wat zich hier zelden voordoet.
- Waarderen op de (inkoop)marktprijs wordt ook in de praktijk toegestaan. Er is geen zekerheid of deze methode in overeenstemming is met goed koopmansgebruik.
Wat moet onder kostprijs worden verstaan? Tot de kostprijs behoren alle kosten die samenhangen met de inkoop of voortbrenging. Dus ook de kosten van transport en aflevering. Financieringskosten daarentegen hoeven niet te worden geactiveerd. Deze kosten mogen als kosten worden genomen in de periode waarin ze opkomen. Bij zelf voortgebrachte voorraad hoeft het constante deel van de algemene kosten eveneens niet te worden geactiveerd.
Substantialistische voorraadwaardering
Bij een substantialistische voorraadwaardering wordt winst in aanmerking genomen voor zover met de verkoopopbrengst van de verkochte goederen meer goederen kunnen worden teruggekocht. Bij een stijging van de prijzen, maakt de ondernemer meer winst bij verkoop van de voorraad. Maar de ondernemer is ook meer geld kwijt om zijn voorraad aan te vullen. De ondernemer heeft hier de inflatiewinst nodig voor het aanvullen van de voorraad.
Bij een substantialistische voorraadwaardering wordt de voorraad gewaardeerd tegen (relatief) oude inkoopprijzen. De inflatiewinst op de verkochte voorraad wordt dan niet (of beperkt) aan het fiscale resultaat toegevoegd.
De substantialistische waarderingsmethoden zijn:
- Waardering volgens het lifo- systeem (last-in-first-out).
- Het ijzerenvoorraadstelsel.
Waardering incourante voorraad
Tot de incourante voorraad behoren producten die niet of nauwelijks kunnen worden verkocht, omdat er geen vraag (meer) naar is. Incourante voorraad kan volgens de vaste jurisprudentie worden gewaardeerd tegen de verwachte verkoopprijs, verminderd met een opslag voor algemene kosten en winst.
Het een en ander moet wel in overeenstemming zijn van wat in de branche gebruikelijk is. In Suriname is er geen of weinig branche informatie voorhanden. Het zal dan van de overtuigingskracht van de ondernemer afhangen om, strikt genomen, een afwaardering te rechtvaardigen.
Belangrijke aandachtspunten
- Bij voorraadwaardering moet een bestendige gedragslijn worden aangehouden.
- Probeer vooraf in te schatten of de prijzen op de inkoopmarkt zullen stijgen of dalen. Is de verwachting dat de prijzen dalen, dan kan worden gekozen voor een nominalistische waardering. Is de verwachting dat de prijzen stijgen, dan kan worden gekozen voor een substantialistische waardering.
- Beoordeel bij incourante voorraad of een afwaardering mogelijk is, of een afschrijving in overeenstemming met hetgeen gebruikelijk is binnen de branche, indien en voor zover mogelijk